Hoe train je je balans?
Het lichaam heeft een aantal evenwichtsorganen die de stabiliteit waarborgen.
Bij deze balanshandhaving zijn meerdere onderliggende systemen betrokken, zoals de sensorische systemen, de spieren en het zenuwstelsel. Deze systemen vormen samen het complexe regelmechanisme dat het lichaam rechtop houdt. Dit wordt de neuromusculaire regelaar genoemd.
Door het verouderingsproces kunnen de onderliggende systemen van de neuromusculaire regelaar in kwaliteit achteruit gaan.
Dit proces versnelt zich wanneer de organen te weinig geprikkeld worden.
Als de spierkracht vermindert met de ouderdom en de coördinatie van bewegingen wordt bemoeilijkt door afgenomen geleiding van signalen in het zenuwstelsel wordt de kans op vallen en een onzeker gevoel vergroot.
In de huidige tijd is te weinig bewegen een steeds groter wordend probleem. Alles kan met een muisklik of een swipe geregeld worden. Nog geen 42 procent van de zestigplussers haalt de dagelijkse beweegnorm van 30 minuten actief bewegen. Dit heeft een nadelig gevolg van de instabiliteit van het lichaam.
Sterker, fitter en stabiel
Nu we weten wat instabiliteit is, kunnen we er aan werken. Vaker bewegen en spierkracht training helpt, hiermee blijven de spieren beter functioneren en worden de zenuwen meer gestimuleerd. Ook het reactievermogen wordt door bewegen getraind. Naarmate de training volgt zal niet alleen de instabiliteit afnemen, maar ook zelfvertrouwen zal toenemen. Zonder de angst van instabiliteit zal men zich fitter en sterker voelen.
Neem afscheid van instabiliteit
Hier kan je al gemakkelijk mee beginnen, met oefeningen voor elke dag.Met oefeningen kunnen patiënten hun evenwicht en kracht trainen en weer vertrouwen ontwikkelen in hun eigen stabiliteit.
Volgens het Kenniscentrum Sport en Bewegen moet een volwassene 2,5 uur per week matig tot intensief bewegen en twee keer per week spier- en bot versterkende oefeningen doen. Hierbij sluit de methode van Sixty-up force helemaal aan.
Er moet een gedegen interne motivatie zijn om te willen veranderen. Maar het moet ook duurzaam zijn, je moet het ook op de lange termijn kunnen volhouden.
De methode biedt juist die motivatie en is zo opgebouwd dat je twee keer per week een half uur de spier- en botversterkende en balans verbeterende oefeningen doet. Dan hoef je zelf alleen nog maar een wandeling of fietstocht in de natuur te maken, bijvoorbeeld. Op deze manier werk je aan je instabiliteit.
Als je weet waarom je tijdens de sportles bepaalde oefeningen doet, motiveert dat om ze te blijven doen. Je weet dan waarop je moet letten om het resultaat te merken.